Ik versta niet dat wij niet praten, je zit naar je scherm te staren
wat is er dan zo interessant aan of tof
ben je wel aan ‘t werken of doet je maar alsof
moet ik je dan alle acht uren met rust laten
We zitten dag in dag uit face to face
maar ‘t is verre van een feest, en nooit zo plezant geweest
de zon schijnt in mijn oog, maar de gordijnen gaan niet toe
want jij hebt graag een warme rug, weet je, ik word een beetje moe
van jou en je doodgeboren blik,
waarmee je weer naar je scherm te staren zit
verslaafd aan de interface met de byte en bit
en elke keer als ik passeer een van je schermen wegklikt
maar je bent niet alleen, merk ik, als ik hier rondloop
de schermstaarders vormen een vormeloze hoop
van digitale zombies: zo’n open landscape
wie verzint er zoiets? Iedereen zijn mond
is precies toegeplakt met scotch tape
dat is toch niet gezond, je kunt niet ademen, klavieren
ratelen, de mensen stamelen, als ratten in de
val in de vergeten putten van het virtuele Hamelen
Dag in dag in dag uit dag uit
Staren naar het scherm staren naar het scherm
we sluiten ons aan bij de grote zwerm
En af en toe krijg ik het bangelijk benauwd
voel ik me getrouwd met dit betonnen gebouw
en vlucht ik naar buiten want de ruiten kunnen niet open,
dus wandel ik – wat zeg ik – ik zet het op een lopen
naar de vrije natuur, zo spendeer ik mijn middaguur
ver weg van de schermstaarders, de kruisvaarders
van de gewijde stilte, en de menseloze
kilte en de geestelijke zelfdoding van mijn overbuur
en al zijn klonen, ik zie de patronen
‘t is allemaal gewoonte, ‘t heeft niks vandoen met kwaliteit
alleen maar de tijd passeren, zonder iets te leren en
zonder te verklaren je hele leven naar een scherm te staren
Dag in dag in dag uit dag uit
Staren naar het scherm staren naar het scherm
we sluiten ons aan bij de grote zwerm
Ok, we doen het voor het geld want daar zwemmen we niet in
het leven heeft toch geen zin, dus waarom zou ik de held spelen,
en de spaarcenten van mijn gezin opsouperen
en à propos ik ben maar een van de velen
waarom zou het mij wel lukken waar anderen van dromen
en sommigen proberen, en hun huwelijk in stukken
kappen, er valt niks te verdienen met rappen
en met geen enkele muziek, en van de dag te plukken
krijg je de huur ook niet betaald, maar waar vind ik de moed
om door te zetten ondanks tegenslag en tegenspoed
mijn vrienden en familie te verliezen
want als ik mijn baas zeg “zeg baas ik pak mijn biezen”
dan is ‘t me myself and I tegen de rest van de wereld
en vooral tegen mezelf want ik ben nogal een kerel
het is geen toeval, dat ik hier naar ‘t scherm te staren zit
‘k heb al mijn plannen al honderdduizend keren omgespit
en begraven, want van al mijn talenten en gaven
is blenden met de grote hoop de grootste
ik kan goed nabootsen en mij loodsen naar een veilige haven
ik zit op de blaren en blijf naar het scherm staren
Dag in dag in dag uit dag uit
Staren naar het scherm staren naar het scherm
we sluiten ons aan bij de grote zwerm