Komiek Bert Kruismans geeft in een interview met De Standaard achtergrond bij en weerklank op zijn moedige en blijkbaar tamelijk succesvolle poging om de taalgrens humoristisch over te steken. Hij trekt volle zalen met zijn “La Flandre pour les nuls”, waarin hij onze franstalige vrienden onder meer uitlegt dat niet heel Vlaanderen vlaggenzwaaiend achter Bart De Wever staat, maar dat er anderzijds gegronde, historische redenen bestaan voor de verziekte relatie tussen onze contreien. Maar daar wil ik het niet over hebben: mij sprong een zinsnede in het oog, over het verschil tussen Vlaamse en Waalse (Franse) humor:
“Franstalige humor, bijvoorbeeld, speelt voortdurend met taal. Iemand als Bruno Coppens is een echte woordkunstenaar. Wij, Vlaamse komieken, vinden dat passé en flauw. Een comedian die in het Algemeen Nederlands een show wil geven, gaat op zijn bek. Het Franstalig publiek, daarentegen, applaudisseert voor wie goochelt met klassiek Frans.”
Stanza presenteert zich ook al eens met klassieke woordkunst, in de beste rederijkerstijl van Drs. P of Robert Long. Zou het werkelijk zijn dat woordkunst passé is en flauw? Ga je met Algemeen Nederlands zowiezo op je bek, in de afdeling humor? Bedankt Bert, om deze nul een korte les Vlaanderen te geven!
1 gedachte over “Bert Kruismans en Algemeen Nederlands”
Die tekst over de hoofddoek is klasse. Als je daar een goede melodie op zet kan je er stinkend rijk mee worden. Luister maar naar iemand die in een bank heeft gewerkt. Zeer goed.