Vorige week publiceerden wij hier een cover van Elvis Costello’s “(I don’t want to go to) Chelsea”. Mogen we dat eigenlijk wel doen, vraagt een bezorgde lezer, die op het punt staat ook een adaptatie op het Internet te gooien, in zijn geval op Youtube.
Stel dat we bijvoorbeeld, ik zeg maar wat, een moderne versie zouden willen maken van “Het dorp” van Wim Sonneveld, moeten we dan Universal Music Group contacteren, of het overkoepelende Franse concern Vivendi, die de rechten hebben overgenomen van Sonnevelds toenmalige platenmaatschappij Polygram? Of moeten we goedkeuring vragen aan de tekstschrijver van “Het dorp”, zijn partner Friso Wiegersma, of aan diens erfgenamen, aangezien hij al dood is? Of moeten we vooral toestemming vragen aan de nazaten van Jean Ferrat, op wiens originele liedje “La Montagne” Sonnevelds “Het dorp” is gebaseerd? Of moeten we dan weer bij de uitgever van “La Montagne” te rade gaan, namelijk Barclay records, dat eveneens is overgenomen door Universal? We lezen de adviespagina van Poppunt er op na:
Over het verschil tussen cover en een adaptatie:
“Als je een cover maakt, speel je eigenlijk letterlijk het origineel na, zonder dat je er zelf al teveel vernieuwingen in aanbrengt. Bij een adaptatie is dat anders: daar ga je fundamentele veranderingen doen aan het origineel (bijvoorbeeld een andere tekst, een nieuw arrangement, …).”
En wat te doen in het geval van een adaptatie:
“Voor een adaptatie heb je altijd de expliciete toestemming nodig van de originele rechthebbenden. Dat kan wel wat moeilijkheden met zich meebrengen: het is namelijk niet altijd makkelijk om de oorspronkelijke auteurs/componisten te pakken te krijgen. SABAM heeft wel een uitgebreide databank die je op weg kan helpen, of anders kan je ook in het boekje van de originele CD aanknopingspunten zoeken. Heel vaak zal het immers via de publisher moeten verlopen.”
Dat bevestigt Poppunt in haar gedetailleerde brochure over auteursrechten: je eerste aanspreekpunt is de uitgever. In het geval van “Het dorp” betekent het dat onze hypothetische artiest contact moet opnemen met Universal.
Nu denk ik zelf dat de grote platenmaatschappijen wel wat anders aan het hoofd hebben dan alle mogelijke adaptaties, pastiches en gelegenheidscovers op te sporen van het materiaal waarop zij auteursrecht hebben, zeker sinds het Internet de publicatie van dergelijke werkstukken heeft doen exploderen. Op Youtube staan heel wat filmpjes die “Het dorp” of “Chelsea” in originele vorm afspelen, met wat beelden erbij, of weergaves van live-uitvoeringen van die liedjes. Voor een bekend nummer als “Chelsea” is er nog tal van ander materiaal, zoals instructievideo’s over de baslijn die Bruce Thomas van The Attractions speelt op “Chelsea”. Indien zij al een probleem maken van dergelijke publicatie, dan volstaat het de video te verwijderen, meestal nadat Youtube een dergelijke schending van haar voorwaarden heeft meegedeeld. Ik geloof nooit dat het voor kleinschalige, niet-commerciële doeleinden tot een rechtzaak of schadevergoeding komt.
Met een speurneus als SABAM, die ondanks alle brandmerking bij BASTA recent nog honderden euro’s eiste van organisatoren omdat ze muziekfragmenten lieten horen in hun kwis, kan je natuurlijk niet voorzichtig genoeg zijn. Toch heb ik de indruk dat SABAM zich beperkt tot makkelijk aantoonbare schending, waarbij een origineel wordt afgespeeld dat onder hun beheer valt. Een volledig opnieuw ingespeelde versie van “Chelsea” met eigen Nederlandstalige tekst, daar zie ik ze niet zo snel werk van maken, temeer daar Stanza geen toegangsgeld vraagt voor onze site, in tegenstelling tot een betalende kwis.
Bij een adaptatie kan je naast inbreuk op auteursrecht ook te maken krijgen met persoonlijkheidsrecht. Bij onze noorderburen lezen we: “Persoonlijkheidsrechten of morele rechten beschermen de band tussen de maker en zijn werk. De maker heeft bijvoorbeeld het recht zich te verzetten tegen gebruik van zijn werk onder een andere naam dan de zijne, tegen een wijziging van het werk (tenzij verzet daartegen niet redelijk zou zijn) en tegen aantasting van zijn werk, die nadeel zou kunnen toebrengen aan zijn eer, naam of waarde. Zo kan een componist of tekstdichter afzien van toestemming om zijn werk te laten gebruiken in een commercial omdat hij zich niet kan identificeren met het produkt waar reclame voor wordt gemaakt.”
In het geval van “Chelsea” zou Costello zich dus al moeten storen aan hoe zijn nummer gebruikt wordt om voor een online publiek te schertsen met de Belgische politiek. Ik hoop dat Costello daar niet van wakker ligt, tenzij omdat de napret hem schuddebuikend uit zijn slaap houdt. Bij “Het dorp” zouden de erven Wiegersma en Sonneveld zich plaatsvervangend moeten schamen voor de nieuwe tekst.
Het is allemaal niet onmogelijk, maar volgens mij moet onze hypothetische vertolker van een gemoderniseerd “Het dorp” zich toch geen al te grote zorgen maken en kan hij zijn stemvrucht met gerust gemoed publiceren op ons aller tjoetjoe. Misschien is dat geloof gebaseerd op een overtuiging: ik leef liever in een maatschappij waar eerlijke artistieke inspanningen, welwillende satire en met didactisch materiaal overgoten burgerjournalistiek niet wordt beknot door de strenge letter der wet. Wij geven nog eens het voorbeeld: