Er is tamelijk veel nieuws onder de herfstzon in het Nederlandstalig landschap. Het loont de moeite de oogst van de nazomer naast elkaar te leggen.
1. De Post – Twijfel met de besten mee
Eerder sprak ik al mijn twijfel uit over de muzikale kwaliteiten van Koen – mbubbah – De Graeve, wiens eerste single nog voldoende prikkels bevatte om van die twijfel een voordeel te maken. De opvolger behelst Degraeves gerede twijfel zelf. Op de radio vond ik het in zijn vol arrangement niet storend maar ook niet bijzonder. In deze pijnlijke MNM-sessie kunnen we met z’n allen vaststellen dat er nu eenmaal maar een paar dingen zijn die een mens tegelijk kan doen. Er is verschrikkelijk veel werk aan de vocale winkel en de muzikanten kunnen het ook niet wegsteken dat ze het spaargeld van de zanger aan het opsouperen zijn, wat een hunner halfweg tot een overcompenserend metalgebaar verleidt. Maar de carrière in theater en TV wacht niet op de sabbat en intussen moeten de kinderen hun bokes nog gesmeerd. Een bekende tronie opent soms deuren die beter gesloten blijven.
Nu neem ik Degraeve niets van dat alles kwalijk behalve de teksten. Iemand die groot geworden is in de traditie van Shakespeare moet op zijn veertigste toch iets anders kunnen produceren dan tween-angst.
2. Buurman – Soms ben jij de zon en ik de maan
Dan zit er pakken meer metier en ziel in de liedjes van Buurman, al is het niet mijn ziel en zit er soms wat té veel metier in het arrangement. De radio programmeerde dit nummer netjes na De Post, waar het wat bombastisch aandeed. Gelukkig is Buurman een echte groep, waarvan alle muzikanten de nummers doorleven en dat hoor je in deze Sonar-sessie.
Over de teksten blijf ik anderzijds maar matig enthousiast. Klankmatig hoef je Versnick niets te leren maar “de maan” is een vreselijk cliché onder liedschrijvers, waar ik moeilijk overheen kan luisteren.
3. Yevgueni – Mensen zijn maar mensen
In een vorig overzicht voorspelde ik dat Klaas Delrue zijn groep Yevgueni zou ontstijgen. Helaas koos de zanger in dit onzalige klimaat om zijn idioom te verlaten voor een geconstrueerde doorsnede met Georges Brassens. Het kwam even aan bod in Vive le Vélo, omdat Knabbelaar Karl altijd wel een nootje kan kraken, maar daar eindigde toch het verhaal, zo het niet zij in een kwart gevuld cultureel centrum in Sint-Lievens Houtem. Dan maar weer een plaat opgepakt met de oude makkers.
Het is vintage Yevgueni, zoals dat dan heet, al kan ik me niet van de indruk ontdoen dat de plaat wat blijft hangen. De maan is ook hier weer van de partij, zij het in een bijrol. De troostende teneur van Delrue klinkt vertrouwd in een al even bekende sfeer van melancholie: “het is maar hoe je het bekijkt” “mensen zijn maar mensen” “hoe het hart een antwoord weet als het hoofd het moeilijk maakt”. Bij elke beluistering vind ik het beter getoondicht. Hij trapt in weinig vallen, maakt het niet te moeilijk, gebruikt de trukendoos (eindklanken op aa) met juiste doses en verrast met uitgestelde eindrijmen. Delrue is een volleerd zanger die het schrijven niet is verleerd. Zijn groep houdt hem echter in haar greep en stuwt hem niet de hoogte in die hij nochtans zou aankunnen. Ik vermoed dus een plaat om de tijd te doden in afwachting van een nieuwe Ikarosvlucht.
4. Het zesde metaal – Dag zonder schoenen
We eindigen in schoonheid. Vandaag hoorde ik voor het eerst “Dag zonder schoenen”. Boodschap aan Koen Degraeve: als je wil weten hoe twijfel echt klinkt, luister dan hier eens naar. Boodschap aan Geert Versnick: als je nog eens een voorbeeld zoekt van originele poëzie, sta dan stil bij de titel. En ja, ook een boodschap aan Klaas Delrue: probeer Wannes Capelle uit zijn kot te lokken en hem te ontlokken waar hij die leuke arrangementen vandaan haalt. Succes allemaal!