Enkele jaren geleden kwam ik in het in Mariakerke legendarische jeugdhuis Chez Choseken terecht voor een optreden van Sons Uniques. Groepen die in het Nederlands zingen zijn wel vaker gebouwd rond een zanger-liedjesschrijver. In dit geval heet de spilfiguur Pieter Matthys, die in een vorig muzikaal leven samenspeelde met mijn schoonbroer Manuel Van Dyck, en zo was het dus dat ik verzeilde in Chez Choseken om te luisteren naar nederlandstalige reggae en ska.
Wie onze reeks “Aandacht voor” volgt, zal terecht de gelijkenis opmerken met Piepklein: afwisselend alledaagse en geëngageerde teksten met andersglobalistische inslag, ruimte voor feestelijke blazers en de voor ska en reggae zo kenmerkende tweede en vierde tel. In dit genre een vergelijkbare groep terugvinden, dat is een beetje vervelend voor een band die zich “Sons Uniques” noemt, maar het leven is hard en je moet er maar door. En als je een tent kan platspelen zoals toen Chez Choseken, heb je weinig reden tot zorgen, of toch niet wat concurrentie betreft.
De levensloop van Sons Uniques is wel veel hobbeliger dan die van hun Kempische evenknieën, wat Pieter regelmatig noopte tot solo-optredens, zoals nu weldra op 18 november in de Jan Van Gent. De pieken die ze scoorden, zoals een niet te versmaden optreden op het Polé Polé-luik van de Gentse Feesten, vonden niet de o zo noodzakelijke voortzetting op semi-professioneel niveau, en dan is het moeilijk de band aan de ketting te houden. Zo heeft Pieter het ook al eens op een solo-project gegooid, dat hij “Thys” doopte, in welke hoedanigheid ik hem tegenkwam in het Trefpunt bij de selecties voor Nekka 2009. We moesten toen beiden het loodje leggen tegen de latere winnaar SAF, aan wie we hier ook al aandacht besteedden. Pieter “pakt” op het podium. Hij heeft een welgevormde kop en speelt erg vlot gitaar terwijl hij zingt, wat maakt dat hij als persoon niet gauw gaat vervelen. Je wil naar hem kijken, ook als hetero kerel, en hij blijft muzikaal overeind op zijn eentje.
Natuurlijk klinkt een goeie groep altijd voller, zeker als de teksten en de melodische arrangementen bewust laagdrempelig gehouden worden. Wat dat betreft werd ik toen in ‘t Choseken danig op het verkeerde been gezet toen Pieter plots Westvlaams ging met Cowboy & Indiaan. Ik was behoorlijk onder de indruk van de tekstuele kracht en de intensiteit van dat nummer, maar later leerde ik dat de auteur Wannes Capelle was, van Het Zesde Metaal. De nummers van Sons Uniques moeten het eerder hebben van een goeie vibe, gebracht door een sterk collectief. Hoe strak de groep live klinkt, kan je beluisteren op de opname van hun optreden in de Jan Van Gent, waar ze blijkbaar kind aan huis zijn.
Deze zomer was Sons Uniques weer present op de Gentse Feesten, wat toont dat de thuishaven hen altijd in het vizier houdt. Of de groep in de Arteveldestad zijn plafond gevonden heeft dan wel Vlaanderen en Nederland nog veroveren moet, zal de toekomst uitwijzen.
Website: http://www.sonsuniques.com