In dit artikel analyseren we een eerste lied van Drs. P: “De commensaal”, of ook “Het trapportaal”.
De video
https://www.youtube.com/watch?v=b9JF8GypGkk
De tekst
We hebben nou al sinds een maand of zeven
Een man die in de achterkamer woont
Je kunt met commensalen veel beleven
Maar zoiets is beslist nog nooit vertoond
Er ligt alweer een juffrouw in het trapportaal
Die onnatuurlijk om het leven is gekomen
Mijn vader zegt: “Dat heb je van die commensaal
Had jij die stiekemerd maar nooit in huis genomen”
Mijn moeder zegt: “Maar Jan
Het is zo’n keurig nette man
Zo rustig en beleefd
En die nooit dat beschadigd heeft”
Maar ja, daar ligt die juffrouw in het trapportaal
Nou kun je zeggen wat je wil, maar zoiets is toch niet normaal
De huur betaalt hij steevast alle weken
Toch hadden wij hem liever niet gehad
Bij ons wordt anders niet zo nauw gekeken
Met commensalen heb je altijd wat
Nou ligt er weer een juffrouw in het trapportaal
Die op afschuw’lijke manier is overleden
Mijn moeder zegt: “Maak jullie nou niet zo’n schandaal
Want iedereen heeft toch zijn eigenaardigheden”
Maar vader neemt het niet
Hij zegt: “Dat is de vijfde griet
Wat heb ik aan die gein
Dat kost maar zeep en terpentijn
‘t Is geen gezicht, zo’n juffrouw in het trapportaal
En vrijheid blijheid, daar niet van, maar zoiets is niet meer normaal”
Als iemand eens een dame wil ontvangen
Dan is er in principe geen bezwaar
Maar niemand kan het uiterste verlangen
We maken van ons huis geen abattoir
Er ligt weer net zo’n juffrouw in het trapportaal
En alle mensen komen thuis met rode schoenen
En Coba moppert want de loper wordt zo schraal
Als zij hem elke keer maar weer opnieuw moet boenen
Er wordt in onze buurt
Al veel gegiecheld en gegluurd
Dat krijg je met zo’n vent
Al sta je nog zo goed bekend
Hij moet maar weg, al is’t een goeie commensaal
Zo’n juffrouw hoort in het kanaal, maar niet bij ons in’t trapportaal…
De analyse
Een “commensaal” is een kostganger. Zowel het woord als het begrip zijn niet langer in gebruik, waardoor het lied zijn onmiddellijke aantrekkingskracht heeft verloren. Iemand die op kamers woont, vormt niet langer een herkenbaar onderwerp, zodat de gedachte dat die de wetten der gastvrijheid tart door jongedames te vermoorden en achteloos achter te laten in de “hall”, of dus het trapportaal, ook niet zo buitenissig lijkt.
Nu goed, de weinig instapklare hypothese van een moordlustig en slordig kostganger aangenomen, zit de humor vooral in het ongewone gedrag van de vaste huisgenoten. De vrouw des huizes is geneigd een oogje toe te knijpen, maar de heer stoort zich aan de besmeurende gevolgen van ‘s mans gewoonten. Het publiek schreeuwt om aandacht voor “the elephant in the kitchen”: het is een moordenaar!
In de derde strofe stijgt de incongruentie ten top, doordat men zich zorgen maakt over de reputatie van het gezin, als “alle mensen thuis komen met rode schoenen”, men zelfs mededogen krijgt voor het poetspersoneel en besluit dat de normale gang van zaken is de dode dames in het kanaal te werpen.
De onderliggende thematiek is vanzelfsprekend het kleinburgerlijke snobisme en het menselijk opzicht van bemiddelde gezinnen, waarmee men zich ook vandaag nog kan associëren. Hoewel beide personages uit onze maatschappij zijn verdwenen, is de simultane aanwezigheid van een poetsvrouw en een kostganger wel een mooie illustratie van het leven boven zijn stand.
Eén uitzonderlijk rijm in deze tekst: “abattoir” op “bezwaar”, met bovendien een goed getimede overdrijving.
De auteur zegt zelf
Uit: “Het geheim van het bestaan”, 1977.
“Het woord commensaal op zichzelf is al helemaal karakteristiek voor de vreugdeloze sfeer van en dergelijk huis. Tegenwoordig heet het ‘we hebben iemand op kamers’, of ‘er woont iemand bij ons in’ of ‘een huurder’. Maar het woord commensaal is zo uitgesproken ouderwets burgerlijk en met zo’n woord kan je een nummer in zijn geheel onmiddellijk plaatsen in een bepaalde periode en in een bepaalde mentaliteit.
Dat is heel prettig van sommige woorden, dat ze zo’n zeggingskracht hebben die niet eens dramatisch hoeft te zijn, niet eens bijzonder beeldend, maar die zo onder de associaties zitten, dat ze een wereld met zich meebrengen, waar ze ook verschijnen.”
Dat zal toen, bij het verschijnen van het boek, wel het geval geweest zijn, en zeker in 1953, wanneer Drs. P dit naar eigen zeggen componeerde, maar helaas zijn anno 2011 alle associaties met het woord “commensaal” verdwenen, toch bij mijn generatie en wellicht ook de volgende.