De reeks over Drs. P heeft blijkbaar indruk gemaakt want deze week kreeg ik post van niemand minder dan Heinz Polzer zelve. Hij verwaardigt zich niet tot commentaar op mijn analyses maar geeft me een prachtig cadeau: een gloednieuwe tekst van zijn hand, over de polshorloge. De titel is natuurlijk nét niet het repetitieve onderwerp. Tijdloze kwaliteit van de grootmeester:
polshorloge
Tijdloos
Daar staat de wandklok tegen de muur hij maakt veel kabaal en vooral om het uur
berust in zijn status van antiquiteit verdoet hele dagen al tikkend zijn tijd
tot vorige eeuw dreef ik vrolijk de spot met dat onhandig meubel zijn rechtstaande lot
sinds kort heb ik minder noten op mijn zang en treur vierentwintig uur lang
Ik ben een polshorloge, maar niemand vraagt me nog wat
een polshorloge dat vroeger een functie bezat
een polshorloge dat één grote en één kleintje had
nu ben ik een sieraad van bladgoud en glas
dat ooit de beste consultant van de mensen was
We zijn te laat thuis, het verkeer zat weer strop maar op mijn leeftijd wind ik me niet op
behalve wanneer ik mijn vijand zie staan die ook al futiel door het leven moet gaan
Hij blijft onverschillig bij ‘t zien van mijn toorn hij krabt aan zijn snoer en fronst even de hoorn
dan schreeuw ik “Vervloekt zij je draadloos gebroed dankzij wie ik nutteloos aan de pols moet”
Ik ben een polshorloge, ik slijt al mijn uren in spijt
een polshorloge, voortdurend in uurwerkloosheid
een polshorloge, ik vraag het je, waar is de tijd
van Zwitserse geste, van Quartz zonder kras
die voor stiptheid het beste rapport had van de hele klas
Ik ben niet de enige handlanger die het slachtoffer werd van de technologie
ik zag in de Schelde een traphal op drift die plaats had gemaakt voor een Schindlerse lift
en op de Berendries heb ik gezien dat men klinkers gelegd heeft van een typmachine
maar mijn medelij gaat nog het meest naar het paard dat achterwaarts uit de verhuiswagen staart
Ik ben een polshorloge, dura lex tempus sed lex
een polshorloge, ja af en toe zeg ik iets geks
een polshorloge, als ik tilt sla bij soloseks
ben ik prettig gestoord en van lotje getikt
en mijn ijdelheid heb ik al lang ingeslikt
maar ik help je niet als je mobiel het vertikt
want de businessman wikt maar het toestel beschikt
ik raak niet van je pols als je veel bent verdikt
waarna men met man en macht aan je arm wrikt
en je mij met een woeste worp in de gracht mikt
een pseudo-onthaasting, een misplaatst delict
de raad der verstotenen velt het verdict
en de voorzitter hinnikt