Je moet waarschijnlijk transformeren van een muziekliefhebber die zich uit zijn tijdsgewricht loswrikt, in een praktizerend muzikant om de universele kracht te onderkennen van een gedateerd variété-nummer als “Puttin’ on the Ritz“. We vallen binnen ten huize Astaire:
In dat tijdperk leefde men nog niet in de illusie dat een uitvoerend artiest zijn eigen muziek moest schrijven, wat ons sinds Dylan voornamelijk slecht uitgevoerde meesterwerken en perfecte onbenulligheden heeft opgeleverd. “Puttin’ on the Ritz” komt uit de koker van Irving Berlin. De eerste uitvoering was er een van Benny Goodman, toen wellicht bekender dan Lady Gaga nu. Sic transit gloria mundi.
Zowel de tekst als de muziek zijn bijzonder interessant. Oorspronkelijk spotte Berlin, zelf van Joodse afkomst, met de zwarten uit Harlem die paradeerden in een kostuum dat ze waarschijnlijk van hun laatste beetje geld hadden gekocht. In 1946, voor de film Blue skies, paste hij de tekst aan om te lachen met blanke snobs, vermoedelijk omdat het in de nasleep van WO II niet langer fashionable was de spot te drijven met vermeende zwakkere bevolkingsgroepen .
Muzikaal draait dit nummer om het sterk gesyncopeerde thema in “If you’re blue and you don’t know where to go to, why don’t you go where fashion sits“. De syncope springt naar voor in de herhaling terwijl de melodische herhaling over de maten heen springt. Het geheel lost zowel melodisch als ritmisch op in de kwartnoot op “sits”, waarna de opgebouwde spanning als een leeglopende ballon wegfluttert in “Puttin’ on the Ritz”. Overigens heb ik zonet inderdaad het werkwoord flutteren verzonnen – dat mag wel in een artikel over de Jazz.
Terug naar Fred Astaire, die geboekstaafd staat als de oervader van de verfilmde dans. Die zag op latere leeftijd, toen Gene Kelly en John Travolta de revue al waren gepasseerd, zijn natuurlijke opvolger. Voor jongelui die zich enkel de balkonscène en de verminkte hoofdhuid herinneren, kan het onwerkelijk lijken, maar die troonopvolger heette Michael Jackson. Als we even spieken naar diens choreografie met zus LaToya, immer op deze jazz-standaard, dan begrijpen we waarom:
https://www.youtube.com/watch?v=4uXlsf3tvNo
In 1983 maakte de Nederlander Taco een synthpopversie van deze klassieker. In de eerste uitgave van de videoclip, hieronder te zien, figureerde een danser met een zwart masker. Ironisch genoeg verwijst dat in de Amerikaanse beeldcultuur naar een neger, zoals neergezet in de nog niet zo zelfbewuste variétécultuur waarin Berlin zijn lied schreef. De clip werd dan ook gecensureerd toen het nummer wereldwijd bleek aan te slaan, in het bijzonder voor de Amerikaanse markt. Nog leuk aan de versie van Taco is verder dat hij naar het einde toe refereert aan andere klassiekers van Berlin.
Tot slot, een versie die de originele compositie wellicht nog het meest eer aandoet, sober en wel op de piano, maar niet minder virtuoos. Uw aandacht voor Cory Hall: