In afwachting van Wim Toucour blijf ik de reeks volgen via de website van Vier.
In aflevering 2 was Bart Peeters ingeruild voor Flip Kowlier. Die zorgde meteen voor een hoogtepunt door het gesteun van kandidaat Guillaume te ontmaskeren als “niet zijn eigen stem”. Ik heb namelijk flink mijn bekomst van al die 18-jarige zangers uit een luxevilla die een authentieke folkstem (met grain!) uit hun keel forceren. Niet iedereen is geboren als Marcus Mumford: leer ermee leven en hang de tuinkabouter niet uit. Kowlier is de authenticiteit in persoon, dat bleek al met Hof van Commerce, daarna als zichzelf en nu zelfs als jurylid. Bij de 16-jarige zangeres-gitariste Alexandra was hij bijvoorbeeld erg mild zonder meteen hosanna te roepen: “dit moet nog wat groeien”. Uiteindelijk staken Victor en Lisa er bovenuit, al zat er met Alban ook een knappe epigoon van Andy McKee in de selectie.
In het algemeen was ik toch weer erg ontgoocheld dat niemand de Nederlandse taal geschikt achtte om een deftige song in te schrijven, vooral omdat het slaapkamerengels weer flink vertegenwoordigd was. Tienerangst, liefdesverdriet en bij de 53-jarige Pascal een voorspelbaar weemoedig terugblikken op een leven dat helaas geen carrière als singer-songwriter in petto had. Een nieuwe Milow, die zijn teksten niet beschouwt als onaantastbare originele vertolking van een zieleroersel, maar als een ambacht waar al eens een Engelstalige eindredacteur aan te pas mag komen, zit er niet in. Ook de volgende Tom Barman, bij wie de Vlaamse zinsconstructies hoogtij vieren maar die tenminste lyriek beoefent van een hoger kaliber dan bakvisgeblub, zal niet uit deze editie komen. Het is een teken des tijds dat werkelijk iédereen(*) zingt over zichzelf. Bob Dylan schreef over Hattie Caroll en haar moordenaar William Zantzinger. De tijden zijn veranderd. Opnieuw vond ik het heel fideel van Kowlier dat hij daar niet eens over mekkerde. ‘t Is een dekselse goedzak.
Omdat dit per slot van rekening een blog is over Nederlandstalige muziek, heb ik de inzendingen in onze eigen taal uitgelicht. Koen Deca brengt een rechtoe-rechtaan verslag van co-ouderschap. Goed getoondicht, goed gespeeld, goed gezongen, kortom, goéd maar iets te expliciet misschien. Het had in de selectie gekund, vind ik.
Voor de andere twee: restec-p!
https://www.youtube.com/watch?v=fVHKGsebcKE
https://www.youtube.com/watch?v=WffzT4OouCc
https://www.youtube.com/watch?v=zHlg2ZYxyAQ
(*) De inzendingen “Dionysus returns to Burgundy” en “The strange life of Jennifer” hielden de belofte in van een interessant verhaal maar bleken alsnog over de auteurs zelf te gaan en hun verhouding tot respectievelijk drank en vrouwen.