Het is nog wat vroeg om de Nederlandstalige zanger in Koen De Graeve te beoordelen. Het is ook wat laat: ik durfde eerst niet goed luisteren, bang dat het te goed zou zijn. Ik had daar twee redenen voor. Ten eerste is Koen De Graeve een van de beste acteurs van het land, dus dat hij ook ons vak naar grotere hoogten tilt is niet denkbeeldig. Ten tweede sleep ik hem al van in mijn jeugd mee als ijkpunt. Mijn neef, die vaak bleef slapen, vertelde ‘s nachts over zijn klas vol geniale grappenmakers. Eén daarvan was Koen De Graeve. Ik lag zelf te schuddebuiken in mijn bed en wenste dat ik ook bij Koen De Graeve in de klas zat, hoewel de Jeurne, de Peurne, Plas en mijn neef zelf minstens even gevatte kerels leken.
“Popmuziek” heet de eerste single. De belofte wordt ten dele ingelost. Ik hoor dat KDG iets wil maken dat nog niet gemaakt is, zowel muzikaal als tekstueel. Muzikaal zit de deun tussen Arbeid Adelt en Hormonia in. Ik hoor veel invloeden van Prince maar anders dan bij Stijn. Mocht hij een gitaargeluid opgezocht hebben, dan was Hugo Mathyssen dadelijk nabij. Door resoluut voor synthesizers te kiezen, ontwijkt hij die vergelijking, maar de klanken waar hij bij uitkomt klinken weinig inventief.
Interessanter voor mij is hoe KDG zich tekstueel uitleeft. De grapjes zijn tot een minimum beperkt: een verwijzing naar “hinke-pinke-parlez-vous” en het motiefje “m-bu-buuh”, nog net niet tot vervelens toe herhaald. Erg boodschapperig is het ook niet: popmuziek laat je dingen doen die je anders niet zou doen. Toch wordt het nooit plat. Dat valt dus allemaal goed mee maar anderzijds heeft de tekst behalve beenverwarmers niet veel om het lijf terwijl hij toch vrij lijvig is. Met “lichaamsholten” komt Mathyssen weer vervaarlijk in de buurt. “Hitsig als een dwerg” rijmt wel op “groter dan een berg” maar de beelden spreken niet voor zich.
De sterkste passage
“Pop is wat ze willen in de binnenstad.
Al wat ik wil is in je binnen schat.”
zet de trouvaille voort in een klef eindrijm dat niet meer strookt met de neergezette sfeer:
Pop je doet me dingen doen die ik niet wil doen
Popje geef me een zoen”
Tot slot moet ik Peter Vantyghem gelijk geven als hij de stem van De Graeve omschrijft als een aangename bariton die in de hoogte de dynamiek mist die de zanger met zijn muzikale keuze nastreeft.
Ik zal dus onbevreesd naar de full cd luisteren. Wie weet komt rond diezelfde periode ook het debuut van Glenn Claes uit.