Alle wegen, ook die van het eenmansbedrijf Stanza, leiden naar Mariakerke. Binnenkort krijgen de gitaren en toebehoren een nieuw onderkomen aan de Brugse Vaart. Gisteren mocht de Spaanse gitaar mee naar Poco Loco aan de Brugsesteenweg. In Gent wordt erg vaak verwezen naar Brugge. Het is een oud zeer.
Poco Loco is een aanloophuis, waar iedereen welkom is, maar dat in het bijzonder openstaat voor mensen die herstellen van een verslaving of kampen met een psychisch probleem. Als ik mijn omgeving overschouw en dan vooral de schutkring rond mezelf, komen we allemaal in aanmerking.
Net als in het Assez twee jaar geleden bracht ik drie sets van een half uur. Dit was de lijst:
- Odessa
- Bonus
- Lach
- Dief
- Facebookmoeders
- Quality time met de kids
- La la la
De eerste sessie had nog wat roest in de snaren maar vanaf de tweede liep het – hier komt ie – gesmeerd. Tegen dan had ik Jasper, Céline en Ruth van Poco Loco al wat beter leren kennen, maar vooral dook daar David op, die ik in het verre Zwitserland waande, vergezeld van Tomas en Luc E. ‘t Werd aldus een thuismatch met heimwee. Intussen was het harder gaan regenen. De neerslag bleek enkel nog perméable voor Wim Van Caelenbergh en zijn pientere gezellin Els. Ik verlegde dus het podium naar de bar, zodat er voor Jasper, Céline en Ruth geen ontsnappen meer aan was. Om de pijn van de herhaling te verzachten gooide ik Hoofddoek en Kwatta er tussendoor.
‘t Was best gezellig in Poco Loco. Ik had er van Naastenliefde kunnen zingen, die echt aanwezig is in onze maatschappij, als je tenminste voorbij sociale en andere media kijkt. Ik zie nog de vrolijke snoet van Willy, de ritmische voeten van Wim, de grijns en de lange nagels van Flamenco Frank en de tatouage van Ronny.
Voor ik het vergeet: dit was het laatste optreden van Stanza, toch in deze vorm. Er is niets ernstigs aan de hand. ‘t Is gewoon voorbij.