Ik was, zoals dat heet “in mijn gat gebeten”, want wie anders dan Stanza is de beste, maar mijn nieuwsgierigheid was gewekt. Ik spoorde naar de vi.be van Morabezza en wat ik daar aantrof na enkele luisterbeurten, moest ik toegeven, was van hoog kaliber. Ik was er dus zeker van dat niet alleen Stanza, maar ook Morabezza zich moeiteloos voor de halve finale van de Nekkawedstrijd zou kwalificeren. Groot was dus mijn ontgoocheling over onze niet-selectie, na het optreden in het Trefpunt, maar vooral mijn verbazing dat zelfs Morabezza niet van de partij bleek.
Intussen namen de plannen voor de concertreeks “Stanza nodigt uit” vaste vorm aan en een evidente kandidaat om als gast te figureren was Wim. Nu moet ik een beetje opletten met wat ik vertel, want Wim en ik hebben ondertussen al vele gesprekken gevoerd, waarin hij zijn ziel heeft ontbloot, maar mij niet de toestemming heeft gegeven dat allemaal online te grabbel te gooien. Dus zal ik volstaan met te zeggen dat Morabezza niet meer bestaat en Wim alleen optreedt, wat hij ook in mei 2010 heeft gedaan in De Nauwe Zak, tot groot vermaak van de aanwezigen.
Wim is een echte woordkunstenaar die speelt met taal, en die speelse taal perfect weet in balans te brengen met zijn muziek. Zijn melodisch palet zou je zeer breed als wereldmuziek kunnen omschrijven, maar waarvan de essentie Kaapverdisch is. Dat is wat Wim afficheert in zijn bio, en dat valt te bevestigen.
Terwijl Mira, Hannelore Bedert en nu ook Jackobond in een wat stijvig verkavelingsvlaams aan introspectie doen en de muizenissen van de jonge vrouw in dit decennium in een toondicht omzetten, is de thematiek van Wim breder. Mijn absolute favoriet in het tiental songs dat hij heeft gepubliceerd is “De bron van de Molenbeek”. De Vlaamse toponimie maakt er uitgebreid haar opwachting. Zonder ze bij naam te noemen trekken de koeien, de knotwilgen en de macadam van ons vlakke land aan je oog voorbij. Bovenal is dit echter een lied van pure weemoed naar een kommerloze jeugd, dat niet vervalt in een eindeloze opsomming van jaren ’80 iconen, zoals de Fixkes dat deden in “Kvraagetaan” maar daarentegen een poëtische schets maakt van een tocht door de velden, die in de herinnering van een kleine jongen mythische proporties aanneemt. Op het einde komt er zelfs een existentiële uitval, die het lied tijdloos en universeel maakt.
De rest van het repertoire is een stuk lichtvoetiger, op het in liefdesverdriet badende en ook met de thematiek van de te snel vliegende tijd “7 jaar” na. In “Schaf Brussel af” escaleert de Brusselse grootstedelijke problematiek en de koudwatervrees van de plattelandsvlaming tot een absurde aaneenschakeling van droombeelden. De kaapverdische riedel wisselt een roedel taalvondsten af, en Wim deelt met mij een fascinatie voor de Vlaams Ardense gemeente Zarlardinge.
Mocht Wim een hit hebben, en dat had ook al lang moeten gebeuren, dan was het “e ko no mi, i ka ni mé”. Het verkavelingsvlaams leent zich plots verrassend goed tot klankassociaties en Afrikanistiek. De macroscopische ellende die de economie soms aanricht, wordt fijn verweven met de ontreddering van het individu dat zich aan diens wetten moet conformeren. Maar bovenal is dit een dikke meezinger. E KO NO MI !
Nog potentieel voor een single biedt “Ambras”: Een Orchestra Baobab-achtige gitaarlijn draagt een liedje over hoe relaties dikwijls meer lijken te leiden tot boel dan liefde. Zet “twee schatten van mensen” bij elkaar en weldra krijg je ruzie in “stereo surround”. Het spel met taal is opnieuw uitgebalanceerd tussen inhoud en vorm. Een meester aan het werk. In “Rust” horen we ten slotte een fijne vondst hoe de amper vertrokken Bossa door “rust” wordt onderbroken. Prachtige poëzie eens te meer – gardien! – die met de melodie in integrale samba wordt versmolten.
Dit alles en nog veel meer moois hoorden we dus die mooie zaterdag in mei, waar veel te weinig volk mocht vaststellen dat de woordkunstenaar ook live een solide muzikant is, die over de nodige truukjes beschikt om het publiek naar hem toe te zuigen. Ik weet niet of de vondst van de boormachine origineel is, maar hij had een geweldig effect in de pastiche op Mexico.
Wim is een vriend geworden, sinds we hem uitnodigden voor onze concertreeks. Niet langer een vriend in myspace-termen, misschien ook nog niet een vriend waar we ons hart bij uitstorten, maar wel een bloedbroeder in de toondichterij. Dit is echter geen vriendendienst, maar onvervalste bewondering voor een groot talent.
De vi.be van Wim en Morabezza
3 gedachten over “Aandacht voor – Wim Van Caelenbergh”
Dit is geen werk van een zetduiveltje meer, dit is een zethel…
Klopt, mijn beste. WordPress gaat soms aan de haal met oudere artikels die oorspronkelijk in meerdere taalversies werden aangeboden, alle identiek, waardoor bovenstaand resultaat ontstaat.
En gefixt, bij Beëlzebub. En gefixt, bij Beëlzebub.