Het vierde lied in de analysée van Drs. P heet Snekercafé.
De video
De tekst
De inrichting is onbeschroomd ouderwets
De muren zijn dof, de gordijnen zijn flets
De dranken zijn goed, maar er is weinig keus
De gevel is niet pretentieus
Toch is het van oudsher hier dagelijks vol
Het speelde in talloze levens een rol
De insiders weten waarover ik spreek
Een dierbaar cafeetje in Sneek
Het stadje ligt in een agrarische streek
En staat dan ook gunstig bekend om zijn kweek
Met name de Sneek-week trekt zeer veel publiek
Toch leeft men er vrij flegmatiek
Een nieuweling vindt er maar moeilijk contact
Totdat men hem kent en de achterdocht zakt
Dan hoort hij verhalen van vakman en leek
Omtrent een cafeetje in Sneek
Zo was er een meisje van zeventien jaar
Het enige kind van een wijnhandelaar
Dat eens in de Jura een onderdak zocht
Verdwaald als zij was op een tocht
Zij vond aan de bosrand een onbewoond huis
En voelde al aanstonds: hier is het niet pluis
Ze waagde een blik door het raam en wat bleek
Daar lag het skelet van een al jaren vermiste
Handelsreiziger in toiletartikelen
Die in zijn jeugd een keer had gelogeerd bij zijn oom en tante in Bordeaux
En daar hadden ze bijna precies dezelfde lampenkap als
In een cafeetje in Sneek
Een jongen die aanleg voor boekhouden had
Zocht passend emplooi in een tropische stad
Hij kwam uit een bergdorp, was weinig gewend
En zeker geen amusement
Zijn spaarcenten waren al spoedig verbrast
En hij werd maatschappelijk onaangepast
Het schijn dat hij achter een speelhol bezweek
Aan bloedverlies als gevolg
Van messteken hem toegebracht door een voormalig muzikant
Die nog eens had gespeeld op een groot tuinfeest
Ter gelegenheid van de inhuldiging van een vestiging
Van een Europese fabriek die veel glaswerk leverde aan horeca-bedrijven
Onder andere
Aan een cafeetje in Sneek
U merkt nu wel hoe het cafeetje steeds weer
Van invloed is op het sociale verkeer
Hoe hier en daargunter, ja, zelfs overzee
Men stuit op dit Sneekse cafe
Het is onverklaarbaar en bijna occult
Een feit dat de wereld met huiver vervult
Ikzelf kwam bij voorbeeld in een apotheek
En zag daar een dame op leeftijd
Die een sterke gelijkenis vertoonde met de hospita
Van een goede vriend uit mijn studententijd
Die hem de huur opzegde
Toen hij een tafeltje in de gang had omvergelopen
Waardoor een asbakje was stukgevallen
Dat haar herinnerde aan een vakantie in Lugano
Er waren namelijk in hetzelfde hotel
Twee Amsterdamse compagnons gelogeerd
En daar was ze toen mee in contact gekomen
En ze heetten Sam en Moos
Dat doet me overigens aan een kapitale grap
Ha ha ha ha ha ha
Denken
Maar onze tijd is beperkt
En trouwens, misschien had u hem al eens gehoord
Bovendien is de grap bij nader inzien niet zo erg leuk
Maar terzake
Die twee Amsterdammers zaten in de eetzaal altijd onder een schilderij
Van een gezin dat aardappels eet
En wat wil nu het geval
Dat schilderij komt ook voor in een lied
Dat tussen haakjes niet eens over wandversiering gaat
Maar eigenlijk over
Moet u opletten
U raadt het nooit
Over een cafeetje in Sneek…
De analyse
Ontegensprekelijk een lyrisch hoogtepunt in het oeuvre van Drs. P. Ik heb dit eigenlijk pas leren kennen naar aanleiding van deze doorlichtingsreeks en kreeg een flinke lachstuip met de eerste “meander”. Hoe vernuftig dan ook de manier waarop hij in de derde strofe toch nog de noodzakelijke overtreffende trap bereikt, door een gigantische zelfverwijzing te construeren. In die derde meander splitst zich dan nòg een rivierarm af met de niet vertelde grap en het heel onnozele ha-ha-ha dat in de plaats komt – onweerstaanbaar.
De pseudo-dramatiek wordt ondersteund door een extra beverig timbre op het cliché “En wat wil nu het geval”. De omkering is alweer van de partij in “maar onze tijd is beperkt” meteen gevolgd door “en trouwens”. Overdrijving vinden we in “het is onverklaarbaar en bijna occult” en klankmatige komische effecten in “Lugano”, enfin, dat vind ik toch.
Thematisch ligt dan weer herkenbaarheid aan de grondslag van dit verhaal, zowel het feit dat iedereen wel een stamcafé of andere vertrouwde plek heeft, als dat men als niet-ingezetene al eens meegetroond wordt naar een “speciale plek” die bij nader inzien toch niet zo bijzonder is, zodat men inderdaad de indruk krijgt dat er een mysterieuze aantrekkingskracht wordt uitgeoefend wordt op de fans, waaraan men door genetica of skepsis niet deelachtig is.
De musette waarop dit nummer wordt gezongen, ondersteunt perfect de sfeer van een retro café dat door meerwaardezoekers over het paard wordt getild, een parodie die anno 2011 nog uiterst actueel is.
De auteur zegt zelf
Uit: “Het geheim van het bestaan”, 1977.
Iemand van de radio had dat café ontdekt, vond het blijkbaar onvergetelijk en preste de radiomensen ertoe om daar een opname te maken. Ik moest over dat onderwerp dus iets bedenken. Nu ben ik in Sneek niet zo goed bekend en ik kan me niet herinneren dat ik daar ooit een café van binnen heb gezien. Ik zat dus met een tamelijk navrant gebrek aan informatie.
(…) Dit gesproken gedeelte was een bewuste keus. Ik had ook de landelijkheid kunnen beschrijven of de verhalen kunnen bedenken en weergeven die zich in het café afspelen, maar ik vond het aardiger om langs een lange en buitengewoon ondoelmatige omweg te belanden bij een cafeetje in Sneek, zodat de luisteraar eigenlijk niets te weten komt over wat in feite met dat cafeetje te maken heeft, maar toch altijd weer bespeurt dat hij dat verrekte adres niet ontlopen kan.
(…) Dus op dat moment besloot ik helemaal af te wijken van de structuur en de slotzin die moest uitlopen op ‘een cafeetje in Sneek’ geheel naar believen te construeren, zo lang als ik nodig had. Eigenlijk werd het nummer daardoor pas een beetje vermakelijk.
Uiterst vermakelijk zelfs.
1 gedachte over “Drs. P geanalyseerd – (5) – Sneeks café”
Mooie zin, daar in het begin.
Pas nadien gezien.