Stanza was gisteren een tweede maal volstrekt onaangekondigd te bewonderen in de Groene Vallei, met het gelaat gericht naar de avondzon en de muren van de gevangenis in de rug, een tableau vivant van vrijlating op gevorderde leeftijd. Nog voor we ons repertoire hadden aangeheven trokken we reeds een fan, die vooral geïnteresseerd was in de inhoud van de gitaarkoffer. Willy vermoedde er een Gibson, maar maakte spoedig kennis met de Blueridge 1060 “Lonesome Pine Fiddlers”. Daarna richtte Willy zijn interesse zich op zijn eigen muzikale heden en verleden en werd Stanza onderworpen aan een kwis over bluesgitaristen, van Johnny Winter tot Stevie Ray Vaughn. Steven scoorde merkelijk beter dan ik, waardoor hij gaandeweg de volle aandacht van Willy kreeg, tegen wil en dank, en ik mij klaarmaakte om de spraakzame Gentenaar te vergasten op Het beste van Stanza.
De captatio benevolentiae van dienst was “Lydia”. Ik meende terecht dat de behaarde rondborstige vrouw in kwestie enig gegrinnik bij deze Brugse Poort Bastard zou teweegbrengen. Pas weerklonk de intro van “Meisjes van bij ons” of de kenner oordeelde dat het leek op “Sultans of swing”. Volgens Willy was dit repertoire een garantie op succes in het Trefpunt, Het Onverwachts Geluk en bij uitbreiding de Gentse Feesten, waarna fan nummer 63 zijn wandeling voortzette.
Even later kwam uit het struikgewas een rastafari gekropen, die het meteen op een dansen zette. Arafat zou ons de rest van de avond niet meer verlaten en degradeerde Stanza tot begeleidingsband. “Dag Schat” kon het nog stellen zonder de gebruikelijke tekst en dienen om “love for all the people in every nations” te dragen, maar allengs begon ik me toch af te vragen hoe een buskende Daan het zou aangepakt hebben wanneer hij in onaangepastheid rechts werd voorbijgestoken. Ik vermoed dat hij een fles whisky ad fundum zou uitdrinken en Arafat uitdagen om ter hoogst in de populier te klimmen om dan heel luid te roepen “ALLE CIPIERS ZIJN LOSERS”, maar dat moet je een beetje in de vingers hebben, en Stanza is toch meer beslagen in het beleefd en geduldig wachten tot die aanklamper het zelf beu is.
Het werd dus een versnelde uittocht richting Oud Clooster en een Orval meer dan gebruikelijk, wat nog altijd beter is dan 26 jaar in de Groene Vallei rondlopen zonder papieren en leuren met je vriendschap met de zanger van Mama’s Jasje. Alles wat ik wil, namelijk succes op officiële podia, lijkt echter soms zo ver weg.