Mijn eerste confrontatie met de erotische media betrof niet eens de verfomfaaide seksboekjes in ons “kamp” achteraan in de tuin van de buurjongen, die hij had “gepikt” van het lief van zijn zus en die onder de oudere jongens uit de buurt, met name deze jongen, gretig aftrek vonden, zoals dat heet. Neen, mijn zinnen werden het eerst en subtiel geprikkeld door een staplied bij de plaatselijke KSA. Want na het onschuldige “zo gaat het goed, zo gaat het beter, alweer een kilometer” of het manhaftige “de machtigste koning van storm en van wind is de arend geweldig en groot”, durfde de voorzanger al eens het ondeugende “En we zijn ne kië nau Bessegem geweest” aanheffen.
Daarin is een hoofdrol weggelegd voor een meisje uit Bessegem, dat zeer uitnodigend in de deuropening staat en de bezoekers van het sympathieke dorp het hoofd op hol brengt, alsook de zangers over verre opwindende streken. Ik wist toen niet waar Bessegem lag, anders was ik er wel eens met de fiets heen gereden om te kijken of het meisje nog altijd in haar deurgat stond te wachten.
Zo’n dertig jaren later heb ik het eens opgezocht en het blijkt over Bissegem te gaan, een deelgemeente van Kortrijk. Het lied zou dus oorspronkelijk van West-Vlaamse makelij zijn. Het heet “En m’èn ne kjè naer Bissegem gewest” en is vereeuwigd door Bruggeling Willy Lustenhouwer, zo te horen op deze pagina.
Toch blijf ik wat op mijn honger, want in die door Lustenhouwer vastgelegde versie vraagt het meisje aan haar mama of ze mee mag gaan. Dat strookt helemaal niet met mijn herinnering, waarin het meisje zich niet beperkt tot het lonken vanuit de deuropening, maar in het vierde couplet aanmoedigend met de borsten zwaait, daarbij meer betekenis gevend aan de derde strofe “ze zei van nee, maar ze peisde wel van ja”. Vervolgens gaan de vertellers, in mijn geval dus de knapenafdeling van de KSA, gezamenlijk naar boven om daar iets te beleven dat verder aan de verbeelding van het kruim der Sint-Gillis-bij-Dendermondse jeugd werd overgelaten.
Als ik terugdenk aan dit opzwepende lied en hoe wij elkaar leerden het “NEE” van een jong rondborstig meisje te interpreteren, dan komt mijn geëvolueerde volwassenenmoraal enigszins in opstand. Helaas kan Lustenhouwer mij hierbij niet helpen, want in zijn onschuldige versie wordt het “nee” gerespecteerd. In het laatste couplet zingen wij in beide versies dat we nooit meer naar Bissegem zijn geweest, maar in het geval van de KSA lijkt dat meer te liggen aan een soort schuldbesef over de aangerichte schade aldaar, terwijl het bij Lustenhouwer een melancholie betreft over een gemiste kans in dit anders vrij modale Leiedorp.
1 gedachte over “Bissegem, bron van vroege erotiek”
Ik ken alleen Willy Lustenhouwer zijn versie. Ik ben dan ook met hem opgegroeid in de wijk in Brugge waar ik woonde. Maar ik weet dat veel kwajongens in de buurt allerlei versies maakten met wat wel kon gebeurd zijn. De vraag is natuurlijk: bracht Willy een brave versie in het commercieel circuit van een schunnig lied of is de versie die jij hoorde een spin-off van de kwajongens-versies…