Louis Neefs had een prachtige stem. Hij had heel mooie liedjes, maar vooral een prachtige stem. Want de liedjes waren de zijne niet, vaak covers van Amerikaanse “easy listening”. Pas enkele dagen geleden kwam ik daar voor het eerst achter, toen ik op de radio “Benjamin” hoorde van Bobby Gentry.
De lang niet misse vertaling is van de hand van Neefs vaste tekstschrijver, Philemon Van Cauwenbergh. Het is wel grappig om Kentucky, Oklahoma en Alabama te zien krimpen tot Knokke-Zoute, Gent en Dendermonde. Het wordt nu ook duidelijk waar het “fout Nederlands” vandaan komt in “nooit had ik een beter vriend als …” – Phil moest immers werken met het keurslijf van de vertaling.
Toen ik eenmaal van mijn Benjamin-wolk gevallen was, besefte ik dat Louis Neefs wellicht nog andere covers op zijn actief heeft. En inderdaad, de eco-hymne “Laat ons een bloem” is eveneens een vertaling, ditmaal van Wally Whyton.
Opnieuw doet Phil Van Cauwenbergh zijn lyrische duit in de zak.
Hoe zit het dan met zijn andere bekende songs?
Wel, “Ik heb zorgen” en “Jennifer Jennings” komen alweer van Phil Van Cauwenberghe, ditmaal origineel voor Neefs geschreven, op muziek van Paul Quintens. Beide heren zijn ook verantwoordelijk voor “Goede morgen, morgen” van Nicole & Hugo.
De zoektocht leidt verder naar “Aan het strand van Oostende (Evangelina)”. Eerst vind ik niks, tot ik bedenk dat “Evangelina” een niet alledaagse Vlaamse naam is. En jawel hoor:
Het liefdeslied voor zijn vrouw “Zondagmiddag, Lilian” is dan weer een cover van Kris Kristofferson:
Louis Neefs bezong nog andere dames, met name Martine Bijl. Dat is een bewerking van Hugues Aufray’s “A mon Hélène.
Het tragische lied over Annelies uit Sas van Gent komt uit de koker van Bobby Goldsboro, in een vertaling van Gerrit Den Braber, die tevens auteur is van “Een roosje, m’n Roosje” van Conny Vandenbos. It’s a small world after all.
Een avondje zoekwerk via “discogs” dat ik me had kunnen besparen, want het staat allemaal in het lang en het breed in zijn biografie op de site van Radio 2!
Maar ik had vijf minuten tijd en ze waren goed besteed. We sluiten de cirkel met die tekstflard die in ons collectief geheugen zit als een spotlied met (spoor)wegarbeiders. Nochtans was het ontworpen als zelfspot, door de onvolprezen en voortaan toch iets bekendere Philemon Van Cauwenbergh, op muziek van Rocco Granata.