Vorige donderdag toonde Canvas de ambitieuze documentaire “Lomax the Songhunter” over de legendarische musicoloog Alan Lomax, die in de jaren 50 de wereld rondreisde om de volksmuziek vast te leggen op bandopnemer. Daarmee werd hij de vader van de zogenaamde “wereldmuziek”. Hij redde heel wat liederen van de vergetelheid en stond mee aan de basis van een globale folkrevival in de jaren 60 en 70.
https://www.youtube.com/watch?v=xDsJuz05BaA
Lomax concentreerde zich op afgelegen regio’s, waar zowel het risico op teloorgang als de mate van authenticiteit het grootst was en de voorraad aan opnames het kleinst. Kruispunten van Europese wegen, zoals het Nederlandse taalgebied, deed hij niet aan. En toch heeft het een Amerikaanse platenmaatschappij gevergd om de eerste opname te maken van Nederlandse volksliedjes: Folkways. Dat leren we toch uit dit interview met Jantina Noorman, de zangeres-gitariste die alle liedjes inspeelde en zong.
Het interview is de moeite om te lezen en ik ga het niet samenvatten. Het album is nog altijd te koop, rechtstreeks bij Smithsonian Folkways of via iTunes. Van de 15 nummers kende ik “Daar was laatst een meisje loos“, “Ik heb mijn wagen volgeladen“, “Des winters als het regent“, “Schoon lieveken” en “Zeg kwezelke wilde gij dansen“. Ze gaan alle over het onschuldige en schone boerenleven. De bitterheid die soms verscholen zit in de oude volksliederen treffen we hier niet aan. Ik heb ook de indruk dat de mij onbekende nummers typisch noord-nederlands zijn, met al die natte voortbrengselen der natuur en het mercantiele heen-en-weer-gerij dat er op volgt.
We kunnen de ontwikkelde stem van Noorman bewonderen in het gezelschap waaraan ze een groot deel van haar muzikale tijd heeft gewijd, Musica Reservata:
https://www.youtube.com/watch?v=N3KwFsEq81k