Wigbert Van Lierde is om meer dan één reden een inspiratiebron. Niet alleen schrijft hij (ook) vanuit een intrinsieke weemoed, die hij dan verder zo verteerbaar mogelijk verpakt, ook is hij relatief laat begonnen, althans met het uitbrengen van zijn liedjes.
Voordien was Wigbert al een gegeerd sessiemuzikant, onder meer bij Jan De Wilde. De eerste keer dat we van hem hoorden als auteur, singer/songwriter of (ik onderdruk de kokhalzingen) kleinkunstenaar, was met het vederlichte “Ebbenhout blues“, de succesvolle single die zoals wel vaker later een molensteen blijkt te zijn. Ik schonk weinig aandacht aan wat ik maar een Clouseau-doorslagje vond, want liedjes over de liefde en blues-schema’s, daar zit de wereld niet bepaald om verlegen en ik nog veel minder. Ik heb dan ook zijn debuutplaat “Ticket in de nachtkastla” niet in huis gehaald, en dat de titel een frase is uit de tekst van het singletje, hielp niet om me te overtuigen dat er meer waarde te zoeken viel in de slipstream van zijn boeing richting Afrika.
Alles veranderde (voor mij) met de tweede plaat “Nieuwe tatoeages” waarop mijn favoriete gemoedstoestand, de melancholie, in vol ornaat aantrad. Met “Sylvia“, “Rik” en vooral het tekstueel uiterst vernuftige “Joanna/Joey” wordt de voornamencyclus die was ingezet met “Rob” en “Annelies, Annelies” op het debuut, onmiskenbaar. Is het daar dat Stanza leentjebuur heeft gespeeld, met “Lydia“, “Karin & Annabel” en “Suzanna/Suzannova“? In een interview gaf Wigbert later aan dat hij niet zo tevreden meer was met de duistere sfeer die dit album uitdraagt, want hij had het geschreven in een periode van relationele perikelen. Nu staan er inderdaad enkele nummers op die baden in een sfeer van eenzaamheid en mistroostigheid, maar precies het liedje dat expliciet over een voorbije liefde gaat, vormt het toppunt. Het pijnlijke cynisme waarmee hij de hartepijn ontkent in Joey, want hij beschrijft haar met het vuur van de grote liefde, is een hoogtepunt in de Nederlandstalige muziek.
Na “Nieuwe tatoeages” volgde “Aan alle Belgen“, dat weer aansloot bij de lichtvoetiger toon van het debuut, maar daarna droogde de bron van Wigberts liedjes op. Het grote succes was zowizeo nooit meer weggelegd, nadat hij zich met Ebbenhout Blues had overstrekt. Professioneel keerde hij terug naar waar het ooit voor hem begon en waarin hij onveranderlijk uit het hardste hout gesneden bleek, als gewaardeerde sessiegitarist.
In 2008 keerde hij weer op het podium als auteur, voor de promotie van een nieuwe cd “Altijd wel iets“, geflankeerd door de broers Walsschaerts, ik meen omdat de heren van Kommil Foo vonden dat hij als liedjesschrijver ondergewaardeerd was en een steun in de rug verdiende. Ik woonde zo’n dubbelconcert bij maar vond het al bij al nogal pijnlijk om te zien hoe Wigbert verpletterd werd tussen die twee podiumbeesten en de formule zijn oude liedjes eigenlijk niet echt diende, en vooral omdat de nieuwe liedjes helaas niet meer van hetzelfde kaliber waren. Ik koester een grote bewondering voor Kommil Foo, hun liedjes en hun performances, en geloof ook echt dat ze hem wilden eren met heel hun hart, maar de oude meester liet het eerbetoon niet echt meer toe.
En toch: een fantastische gitarist, een onderschat zanger en een al te kortstondige schittering aan het auteursfirmament.
Johanna/Joey
O nee, ik geef niet meer om Joey
Dus ik heb zeker geen bezwaar
Het doet me niets dat ze met jou fietst
Langs de rivier waar ik met haar sliep
Dezelfde plaats, hetzelfde seizoen
Dezelfde handdoek en hetzelfde groen
Wel nee, ik geef niet meer om Joey
Ik zie haar nooit meer in mijn dromen
Herinner me haar nog maar vaag
Haar heldere lach, wit als ivoor
Haar hese stem als een negerzwart koor
Glooiende heuvels onder m’n hand
En het genoegen van een scherp verstand
Wel nee, ik droom niet meer van Joey
Johanna/Joey
Ik denk nooit meer terug aan Joey
Aan hoe ze me liet schommelen in haar boot
Haar dorst naar liefde die nooit is gelest
En zoals ze breekt als je haar kwetst
De prikkeldraad die ze me serveerde
Het koele tij dat nooit meer keerde
Ik denk niet meer aan Joey
Dit alles ligt in het verleden
Dus ik heb zeker geen bezwaar
Dat ze je streelt, dat ze je kust
Dat ze je zinnen prikkelend blust
Dat ze je meeneemt naar de bioscoop
Dat ze naast jou te pronken loopt
Wel nee, ik hou niet meer van Joey
Johanna/Joey
1 gedachte over “<!--:nl-->Inspiratie bij – Wigbert<!--:-->”
Johanna/Joey is inderdaad een meesterwerk. Amen, en heel veel respect. Ook in de versie met Kommil Foo, trouwens.